Palermo
Door: Carry
Blijf op de hoogte en volg Carry
01 Juni 2019 | Italië, Palermo
Onze buurman was al vroeg dronken of nog steeds en we hebben hem niet meer gehoord. Voor ons op een bankje zat een andere tobber met een literpak goedkope wijn die uren in gesprek was met zichzelf, of zijn alter ego. Af en toe haalde hij diep adem en hief met schorre stem een lied aan dat zich echter beperkte tot drie tonen en één woord. “Maria”. Om een uur of 10 stond hij weifelend en wankelend op, keek lodderig naar het lege karton en wierp het achteloos bij de rest van het afval om ons heen. Toen werd het relatief stil, zoals een grote stad stil kan zijn.
Om 8 uur zijn wij al op pad. Lopend, want op de kaart hebben we gezien dat ons doel, de lijken, maar 5 km lopen is. Bovendien liggen er op de route diverse bezienswaardigheden. En daar hebben we geen spijt van. Het ene mooie volgt het andere mooie op. Het is schitterend weer en het ontwaken van een stad heeft ook zo zijn charmes. Na ruim een uur lopen en fotograferen arriveren we bij de Catacomben van de Capucijnen. Een vriendelijke kaartjesverkoper vraagt meteen waar we vandaan komen en vervolgens worden we keurig in het Nederlands te woord gestaan. Hij heeft duidelijk lol in onze verbaasde blikken en legt dan (in het Engels) uit dat hij dit werk al 30 jaar doet en in al die jaren van de toeristen het een en ander heeft opgestoken.
Baloe mag tot onze verbazing mee naar binnen. Maar géén foto’s maken is de vriendelijke vermaning als hij mijn camera ziet. Wij beloven dat, maar de verleiding om die belofte te breken volgt als snel. Eenmaal binnen vallen we van de ene verbazing in de andere. We hadden al een voorproefje gehad in het plaatsje Savoca in het klooster daar, maar dit overtreft alles.
Duizenden gebalsemde maar half vergane lijken staren ons vaak rechtop staand in nissen aan. Mannen, vrouwen en kinderen. Soms in kisten maar het merendeel rechtop staand. De kleding, ook half vergaand, maakt het allemaal nog luguberder. Soms alleen botten, maar ook waarvan de huid en zelfs nog haar rond de ingevallen botten hangen. Zelfs Baloe lijkt een beetje onder de indruk. Snuffelt eens uitgebreid aan een corpus, dan een likje, maar is verder niet geïnteresseerd. “Dooie boel” zie je hem denken en hij sjokt rustig met ons mee door het labyrint van gangen. Volgens de gegevens liggen / staan er hier 8000! We hebben ze niet geteld maar geloven het meteen.
Na een dik half uur ons vergapen te hebben aan dit macabere schouwspel duiken we de “frisse” lucht van Palermo weer in. Via omwegen lopen we terug om nog diverse interessante en mooie plekken te zien. Palermo is écht een mooie stad en een groot deel is autovrij gemaakt waardoor het allemaal nog beter tot zijn recht komt. Prachtige kerken en paleizen en andere interessante gebouwen. Soms wat verwaarloosd, maar dat maakt het vaak nog mooier, die tand des tijds.
Het Qoatro Canti is zo’n markant punt. Op dit kruispunt van verkeersaders wordt de historische stad in vier wijken verdeeld. De hoeken van de vier gebouwen zijn verfraaid met stenen ornamenten en fonteinen. Natuurlijk moet Car ook nog die gigantische markt zien die hier elke dag wordt gehouden in de straatjes van de wijk Vucceria. Het is er hectisch, veel groente, fruit vis en vlees wordt hier verhandeld en om de zoveel meter een gelegenheid om authentiek Siciliaans streetfood te eten. Voor Baloe wordt die drukte en geschuifel in de mensenmenigte niet leuk meer. Dus wij mannen duiken een terrasje op en bekijken het gedoe op een afstandje. Ondertussen sla ik zo’n lekker gerecht naar binnen en spoel het weg met een biertje. Het slenteren tussen de kilometers lange kramen laat ik aan Car over.
Na een klein uurtje komt ze terug. Enthousiast met veel verhalen maar zonder iets te hebben gekocht. Dat mag in de boeken.
Palermo wordt steeds drukker dus wat ons betreft gaan we verkassen.
We persen ons in een eindeloze sliert verkeer dat via de kustweg de stad uit wilt. Soms met drie rijen, soms twee, soms een. Dat ligt niet aan de belijning op straat want die is er niet. Gewoon een systeem dat zich aanpast aan de beschikbare ruimte. Motoren en scooters maken handig gebruik van de gaatjes om links en rechts nog eens langs te scheuren. Minder dan stapvoets gaat het en het einde lijkt niet in zicht. Dan de parallel lopende autostrada maar. Heel even lijkt dat de oplossing maar na 500 meter staan we in de file. Na een uur komen we bij de oorzaak, een wegversmalling.
Zonde van de tijd en het mooie weer. We pakken de eerste willekeurige afslag en het eerste willekeurige kustdorpje op de kaart.
Plekje langs de boulevard is snel gevonden. We staan wel midden tussen een tiental zwerfkatten, maar als Baloe een eerste uitval doet laten die hem weten dat het echt hun gebied is en dat ze samen heel sterk staan.
Instinctief voelt hij aan dat het beter is om de strijd niet aan te gaan. Een naburig strandje is meer zijn terrein en hij kan zich even uitleven in zee.
Dan rustig in onze stoeltjes het flanerende volk gade slaan. Voor onze neus wordt nog een bruidsreportage gemaakt. De fotograaf doet zijn best om het paar zo flatteus mogelijk op de plaat te zetten en geeft regelmatig aanwijzingen welke poses er ingenomen moeten worden. Of dit op de zenuwen werkt van de bruid of dat er een ander geschil is weten we niet. Wel dat de vlam in de pan slaat en bruid en en fotograaf hevig en met veel stemgeluid en gebaren in de clinch gaan. De bruidegom bemoeit zich nergens mee en kijkt gelaten toe. Of hij het temperament van zijn (een stuk jongere) bruid weet te waarderen ? Het blijft bij woorden en we schatten dit in als een normaal Italiaans geschilletje wat verder de huwelijksdag niet zal beïnvloeden.
We gaan uit eten. Het barst van de restaurantjes. Maar wel allemaal visrestaurantjes en Car is niet van de vis. Ik wel dus. Het wordt een flinke moot tonijn en Car helaas voor haar weer een pizza voorafgegaan door een antipasta die eigenlijk de naam niet mag hebben. Het wordt smakeloos opgediend. Ook het hoofdgerecht wordt zonder veel zorg voor onze neus gezet. Jammer. Een schril contrast met het heerlijke eten dat we een paar dagen geleden gehad hebben in Pedalino, restaurant La Borgatella.
De rest van de avond eindigt met een glas wijn, wat nootjes en een mooie zonsondergang.
Route: Palermo - Santa Flavia
Gereden: 30 km
Coordinaten slaapplek N 038°05.482’. E 013°32.425’
-
02 Juni 2019 - 16:40
Yvonne Sormani-Simons:
Hahhaha ik lach me kapot. Eerst dat verhaal met die bruid en als ik dan die foto zie, lijkt het me ook een bitch. Daar moet je het niet mee aan de stok krijgen. Heeft de bruidegom alvast een voorproefje van het temperament van zijn schattebout. Wie weet is hij de volgende keer de pineut.
Dan ook nog die lallende volle zondag die liedjes over Maria gaat zingen. Nou jullie treffen het toch wel. Evenals Baloe met de katten. Met de staart tussen de poten het water in. Veel leuker dus.
Daarbij moest hij ook nog naar die dooie kadavers kijken. Baasje en vrouwtje hebben rare interesses deze vakantie. Daar snapt geen hond wat van.
Ja Geer markt is altijd leuk voor vrouwen en je hebt ook nog een jongen die met jou mee gaat lijden op een terrasje met wat lekkers. Zo heeft ieder diertje zijn pleziertje. Hoe zwaar kun je het hebben.
Carry geniet maar van de Italiaanse markten. Mooie kommen met olijven en tomaten heb ik er jaren geleden gekocht. Ze waren niet duur en ik gebruik ze nu nog. Zitten vol met kleine barstjes, maar dat maakt juist de charme van de kommen. Echt smakelijk. Een aanrader dus Carry.
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley