De laatste dag op Rügen
Door: Carry
Blijf op de hoogte en volg Carry
17 April 2017 | Duitsland, Bremen
We hebben gisteravond nog even moeten zoeken naar een plek waar we kunnen overnachten. Maar het lijkt wel alsof heel Duitsland onderweg is. Ook In de kleine dorpjes is het hartstikke druk en de parkeerplaatsen zijn overvol. Als we aan het einde van de kleine smalle landtong aankomen in Klein Zicker zien we pal aan het strand een prachtige plek. En er lijkt ook een waterkraan te staan. Na een week is onze watervoorraad bijna op dus dat komt goed uit. "Toch doen?" Vraagt Geer, want hij kent mijn antipathie tegen zo'n plek. ?????????? Zal iedereen zich afvragen. " Nou, vooruit dan maar!" zeg ik en loop naar de kassa. Want ja, we staan voor de poorten van een camping:) Ik pingel bij de verveeld kijkende mevrouw nog 7,50 van de prijs af, want we zijn tenslotte Nederlanders, he! Voor 15 euro mogen we een leuk plekje uitzoeken en parkeren we het busje vlak aan het strand waar we genieten van een toch nog mooie zonsondergang.
Na een heerlijk rustige nacht waarin alleen het geluid van de golven te horen was, rijden we om kwart voor 9 al het terrein af. Ik krijg nog even een belerende opmerking van de kassamevrouw te horen als ik het afval in de verkeerde bak deponeer, maar als Geer haar gedag zwaait komt er toch nog iets van een glimlach te voorschijn.
Het voormalige vissersdorpje Göhren is ons volgende doel. Volgens de reisgids is dit dorpje nu uitgegroeid tot een volwaardige badplaats met een aantal bijzondere bezienswaardigheden. Op de meest oostelijk gelegen punt van het eiland ligt de Nordperd: een 60 meter hoge beboste Moränenzug ( geen idee wat dit in het Nederlands is) die met zijn bizarre steilkusten in de zee eindigt. Het pad ernaar toe gaat langs hoge afgronden. Baloe balanceert af en toe gevaarlijk dicht langs de rand maar hij blijkt geen hoogtevrees te kennen. Vele stukken zijn afgebrokkeld en er staan overal bordjes dat je niet te dicht langs de kant mag lopen. Bij de Nordperd aangekomen loopt een trap naar beneden naar het strand. " Verboten, absturzgefahr" is er op te lezen. Het hek ervoor laat niets aa duidelijkheid te wensen over. Maar omdat we niet dezelfde weg terug willen lopen klautert Geer er moedig overheen en ik volg hem een beetje aarzelend. (Eerst nog snel even in mijn tas voelen of de reservesleutels van het busje erin zitten). Je kunt nooit weten!
We komen veilig beneden aan en die zie je pas hoeveel er van deze "duinen" is weggeslagen . Hele bomen zijn mee naar beneden gerukt, het strand ligt er vol mee.
Wat verder in de zee zien we een kleine rots met daarop tientallen aalscholvers . Als we weer bij de Strandpromenade aan komen lezen we op een bord dat dit DE grote bezienswaardigheid van Göhren is: de rotsblok met een omvang van 40 meter en een gewicht van 1926 ton is een overblijfsel uit de laatste ijstijd en is met 600 m3 de grootste granietblok van Noord Europa. Het is dat het in de reisgids staat en dat een bord er ons opmerkzaam op maakt, anders was het gewoon een stukje rots geweest met een paar leuke vogels erop.
Wat verder naar het zuiden ligt het kleine vissersdorpje Lauterbach. Hier kun je met de boot naar het eiland Vilm, het vakantieeiland van de ministerraad van de voormalige DDR. Nu is het een beschermd natuurgebied. In de kleine haven van het dorp ligt het Räucherschiff Berta, volgens de reisgids is het een van de beste visadressen van Rügen. En hoewel Geer vanmorgen al een broodje haring naar binnen heeft gewerkt, op een tijdstip dat menigeen nog aan het eieren tietschen is, gaat een broodje gebakken vis er ook nog grif in. Ik hou me aan de "Krakauer ". Voor mij geen vis of het moet een Iglo visstick zijn:)
Het dorp is tevens het beginpunt van de tocht met de "Rasender Roland" de stoomtrein die met een vaartje van 30 km. per uur die dagelijks tientallen vakantiegangers van Lauterbach naar Göhren brengt. Een ritje van 1,5 uur door het afwisselende landschap van heuvels, meren en langs de kleine gehuchtjes met zijn gekleurde huisjes.
Voor ons is het jammer genoeg tijd om het eiland te verlaten. We maken nog een korte stop in Putbus, de voormalige vorstenresidentie en nu dé kultuurhoofdstad van het eiland. In 1848 gaf vorst Wilhelm Malte 1 opdracht om er lanen aan te leggen die stervormig naar de stad leiden. Het ronde Circus wordt omgeven door 16 verblindend witte Kavaliershuizen met rozenstokken ervoor. In het midden van het plein staat een 39 meter hoge obelisk. Putbus heeft nu de bijnaam " Witte stad, of ook wel Rozenstad". Heel indrukwekkend om te zien, je waant je in een ander tijdperk.
Na Putbus is het maar een klein eindje naar het vaste land van Duitsland. En dan zitten we meteen op de autoweg. Het valt mee met de drukte, er is vanwege de Paasdagen geen vrachtverkeer en dat scheelt weer. Hoewel we voor Hamburg in een file terechtkomen omdat er een ongeluk is gebeurd schieten we toch flink op. Om 22.00 uur stoppen we in het kleine dorpje dat zijn naam geen eer aan doet: Gross Ippener. En dan slapen. Morgen het laatste stuk.
Gereden kilometers: 474
Slaapplek: Gross Ippener
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley